Hoofdstuk 13

Mobiliteit

Groen Gent bouwt verder aan veilige en zorgeloze mobiliteit voor iedereen, waarbij mensen zich vrij kunnen bewegen en hun bestemming bereiken zonder afhankelijk te zijn van de auto. We streven naar klimaatneutrale mobiliteit met aantrekkelijke wandel- en fietsinfrastructuur, met kwaliteitsvol en betaalbaar en toegankelijk openbaar vervoer en bovenal: zonder compromissen op vlak van verkeersveiligheid.

  • Bijna iedereen stapt. Jong of oud, alleen of in groep, van deur tot deur of van parkeerplaats tot deur, traag of snel, met of zonder duidelijke bestemming. Groen wil dat iedereen er ook van geniet. We werken hindernissen en barrières weg, zodat deelnemen aan het actieve stadsleven voor iedereen lukt, ook voor wie stappen moeilijk of onmogelijk is.

    1. We investeren in voetgangersnetwerken. Op drukke assen zijn de voetpaden minstens twee meter breed en obstakelvrij. Op voetgangerstrajecten voorzien we leeftijdsvriendelijke rustpunten. Zo vergroten we de mogelijke verplaatsingsradius van mensen die minder goed ter been zijn.

    2. We bouwen verkeersveilige ‘kinderlinten’ op straat. Veelgebruikte verbindingen tussen en naar parken, speelpleinen, scholen, lokalen van jeugdbewegingen worden op maat van kinderen ingericht: maximaal duidelijk, leesbaar, en met veilige oversteekplaatsen.

    3. We houden voetpaden obstakelvrij. Dat is goed voor alle voetgangers, in het bijzonder voor specifieke groepen zoals mensen met zichtproblemen. We zetten in op handhaving om onvergunde werven en borden tegen te gaan. We verplaatsen verkeersborden, parkeermeters, laadpalen, elektriciteitskasten, reclameborden en afvalkorven als ze voetgangers hinderen. We zien erop toe dat terrassen binnen de vergunde ruimte blijven. Met rolstoeltoegankelijkheid als leidend principe leggen we een vlakke ondergrond en drempelloze boordstenen.

    4. Bij elke heraanleg komen alle nutsleidingen (elektriciteit, telecom, gas) in een kabelgoot te liggen. Al te vaak worden voetpaden opgebroken voor nutsaansluitingen en zijn de herstellingen ondermaats. We gooien het roer om: alle aansluitingen van gebouwen lopen via wachtbuizen tussen de kabelgoot en het gebouw. Bij werken aan de nutsleidingen is het openbreken van voet- of fietspaden niet langer nodig.

    Bij elke aanleg, heraanleg of onderhoud van een straat wordt, zoals ook nu al gebeurt, het voetpad mee heraangelegd. We passen het gebruik van materialen aan, zodat kasseien, losse stenen en betontegels tot een absoluut minimum beperkt worden. Bij voorkeur wordt asfalt of beton gebruikt om een naadloze (en dus rolstoelvriendelijke) rijstrook van minimum 2m breed te voorzien.

    5. We passen het STOP-principe ook toe bij een ontwerp van heraanleg. We voorzien eerst en vooral voldoende obstakelvrije eigen ruimte voor de voetganger, dan kijken we naar voldoende vrije ruimte voor de fietser, dan het openbaar vervoer en als laatste voorzien we waar nodig ruimte voor privaat gemotoriseerd vervoer.

    6. We voorzien meer goed zichtbare zebrapaden of met lichten beveiligde oversteekplaatsen. Met slimme lichten zorgen we voor kortere wachttijden voor voetgangers, meer oversteektijd waar nodig, en vermijden we aanrijdingen.

  • Gent heeft veel fietsers en is daar terecht fier op. We maakten met zijn allen de afgelopen 25 jaar een enorme omwenteling. Maar het werk is niet af. De vele fietsers vragen terecht om de verdere uitbouw van onze fietsstad. Veilig fietsen voor iedereen: daar ligt de lat - minder ambitieus vinden we onverantwoord.

    1. We bouwen verder aan een aaneengesloten fietsnetwerk met comfortabele en veilige fietsinfrastructuur. We maken vlotte fietsverbindingen door veilige oversteekplaatsen, aantrekkelijke fietspaden en autoluwe fietsstraten. Schoolfietsroutes en de verbinding tussen de deelgemeenten en het centrum krijgen hierbij prioriteit. We verbreden fietsroutes, weren gemotoriseerd verkeer, verwijderen hindernissen, maken routes en kruispunten beter leesbaar en installeren conflictvrije lichtenregelingen. We verbeteren het comfort van bestaande fietsassen en letten daarbij vooral op het wegwerken van overbodige niveauverschillen.

    2. Er komen meer en betere fietsenstallingen, zowel in het centrum als in de wijken, zodat iedereen de fiets op vijftig meter kan parkeren en er geen fietsen hinderlijk geparkeerd staan op stoepen. We gaan actief op zoek naar locaties voor overdekte buurtfietsenstallingen, want heel wat mensen vragen een veilig en comfortabel alternatief voor de fietsen in hun inkomhal. We investeren hier fors in. We verwachten dit aanbod standaard bij woonontwikkelingen en bekijken mogelijkheden in stadsontwikkelingsprojecten vanuit die bril. We voorzien minstens tien procent plaatsen voor buitenmaatse fietsen, zowel op straat als in parkings. Een parkeerverdieping in de Sint Michiels parking (en mogelijks ook de Vrijdagmarkt parking) wordt ingericht als fietsparking.

    3. We maken van de aanpak van fietsdiefstal een prioriteit. We aanvaarden niet dat fietsdiefstal als 'normaal' beschouwd wordt, net zoals een autodiefstal niet normaal is. We voorzien onder meer fysieke bewaking in fietsenstallingen en buurtparkings, zoals dit vaak gebruikelijk is bij autoparkings. We werken dus hoofdzakelijk preventief. Daarnaast organiseren we een groepsaankoop fietsdiefstalverzekering zodat deze toegankelijker wordt voor iedereen. Optreden tegen fietsdiefstal wordt een prioriteit bij de politie.

    4. We ontwerpen wegen met tramsporen op zo’n manier dat het veilig fietsen is. We dringen bij De Lijn aan op veilige oplossingen voor tramsporen. We dagen De Lijn uit om samen alternatieve oplossingen uit te werken. We vergunnen geen kasseien meer tussen de tramsporen. We zorgen er ook voor dat de strook tussen de tramsporen en de trottoirband uit 1 materiaal bestaat.

    5. Gevaarlijk autorijgedrag moeten we kordaat aanpakken, net als parkeren of stilstaan op een manier die voetgangers en fietsers in gevaar brengt. We werken met politie en stedelijke diensten met controlebevoegdheid een plan van aanpak uit om parkeren op het fietspad en gevaarlijke maneuvers rond werven strikt te vermijden.

    6. We experimenteren met fietszones op maat van wijken. We behouden een helder onderscheid tussen goed vormgegeven fietsstraten die een verzamel- en stroomfunctie hebben voor grote hoeveelheden fietsers en de ruimere fietszones met een rustigere verdeelfunctie.

    7. We zetten extra stappen zodat onze fietsnetwerken op een vlotte manier aansluiten op die van de provincie.

    8. We erkennen fietsers en wandelaars als ervaringsdeskundigen en schakelen hen in bij het plannen en uittekenen van nieuwe projecten.

  • ‘Een ontwikkelde stad is niet waar armen een auto hebben, maar eerder waar de rijken het openbaar vervoer gebruiken.’ Deze quote komt van Enrique Penalosa, voormalig burgemeester van Bogota, en fervent voorstander van kwalitatief openbaar vervoer. Zo kijken wij ook naar het openbaar vervoer. Het moet gebiedsdekkend, snel, comfortabel, toegankelijk en betaalbaar zijn voor iedereen.

    1. We willen zelf zeggenschap in de organisatie van het openbaar vervoer in onze stad om zo beter te kunnen inspelen op de lokale behoeftes. Zeker in de deelgemeenten zien we grote noden ontstaan. We lobbyen voor meer lokale autonomie in de vorm van een eigen vervoersbedrijf voor Gent en rand, en voor bijhorend budget.

    2. Het openbaar vervoer krijgt structureel te weinig middelen. Ook als Gent niet meer autonomie krijgt, dringen we bij Vlaanderen aan op meer middelen voor het Gentse openbaar vervoer. Ook in Gent zijn er wijken die slachtoffer werden van de hervorming. Dit kan niet de bedoeling zijn in een stad die auto-onafhankelijkheid als doelstelling vooropstelt. We eisen het afschaffen van het principe van budgetneutraliteit zodat De Lijn meer middelen kan krijgen.

    3. We maken alle haltes in Gent integraal toegankelijk en comfortabel. Dit betekent ook het voorzien van zitgelegenheid en beschutting en het vergemakkelijken van in- en uitstappen, ook voor rolstoelgebruikers waar mogelijk.

    4. Het openbaar vervoer blijft gratis voor kinderen tot en met 14 jaar. Jongeren tussen 15 en 25 jaar kunnen aan een extra voordelig tarief een jaarabonnement kopen voor De Lijn zoals dit ook in Brussel bestaat.

    5. Het station Gent Sint-Pieters is het belangrijkste station van Vlaanderen. Het moet versneld afgewerkt worden en verdient meer kwaliteit en meer fietsenstallingen. Het Dampoortstation is toe aan een integrale renovatie. Het hoort bij de drukkere stations van Vlaanderen en verdient optimale service en faciliteiten. We dringen bij de NMBS en de federale overheid aan op stevige investeringen.

    6. Het project Gentspoort is een buitenkans om de mobiliteit en het openbaar domein in grote stukken van de stad te hertekenen. We willen een snelle realisatie, maar eisen meer aandacht voor actieve weggebruikers en kwaliteit van het openbaar domein. De autotunnel aan de Heuvelpoort is niet nodig – we gaan immers voor een groene stadsboulevard, waar een dure en overbodige tunnel niet in past.

    7. We vragen aan De Lijn om de gaten te vullen in het huidige netwerk en in de huidige service. Het flexnet is onvoldoende en onbetrouwbaar. Dat moet beter. Het verdwijnen van lijn 8 is ingrijpend voor mensen die in het ziekenhuis Sint-Lucas moeten zijn, voor de studenten en voor de voetbalsupporters. Voorbeelden zijn: in Mariakerke is de wijk rond de Driesdreef erop achteruitgegaan, en ook in Luchteren is het aanbod onvoldoende om basisbereikbaarheid te garanderen. Het crematorium in Lochristi moet terug opgenomen worden in het kernnet.

  • Nul. Dat is het enige aanvaardbare aantal verkeersdoden, zwaar- of lichtgewonden. Mobiliteit moet een plezier zijn en geen bron van angst en verdriet. Hoewel heel wat zaken bovenlokaal geregeld moeten worden (zoals: de Wegcode, het alcoholslot, intelligente snelheidsaanpassing en normering van voertuigen) halen we lokaal alles uit de kast.

    1. We maken kruispunten versneld conflictvrij of voeren vierkant groen in waar daar ruimte voor is. Waar er geen ruimte is, aanvaarden we langere wachttijden, in eerste instantie voor gemotoriseerd verkeer. We passen wachttijden en drukknoppen aan lichten aan zodat ze comfortabeler worden voor voetgangers en fietsers. We laten voetgangers en fietsers nooit langer dan 40 seconden wachten aan verkeerslichten en zorgen voor voldoende oversteektijd.

    2. We werken aan volledig verkeersveilige trajecten voor zowel voetgangers als fietsers. Mensen verplaatsen zich niet alleen maar naar het werk of naar de school: elke plek moet veilig en comfortabel bereikbaar zijn.

    3. We vinden het niet meer dan normaal dat elk kind zich zonder zorgen naar school kan begeven. We willen niet dat kinderen vrachtwagens tegenkomen op weg naar school. We weren vrachtverkeer tijdens de schoolspits, daarna in alle woongebieden van de stad.

    4. De politie en het Mobiliteitsbedrijf dwingen verkeersveiligheid af met strikte handhaving rond parkeren op voet- en fietspaden, alcohol- en drugsgebruik in het verkeer, onaangepaste snelheid en ander onveilig verkeersgedrag. We geven voorrang aan handhaving van onveilig gedrag dat ook anderen in gevaar brengt.

    5. We passen de stad en de inrichting van het openbaar domein niet aan aan grotere wagens. We vergroten onze parkeerplaatsen niet en zetten in op handhaving van foutparkeerders.

    6. De R40 wordt versneld omgebouwd tot een stadsboulevard. We willen hier een aangename, veilige en groene ruimte waar mensen willen wonen, wandelen, fietsen en verblijven. De verkeersfunctie komt er op de achtergrond, doorgaand autoverkeer hoort op de R4. We dringen bij de Vlaamse overheid aan op actie en bekijken hoe we deze ingrijpende verbetering vanuit de Stad kunnen versnellen. Op termijn gaan we van 2x2 rijvakken naar 2x1 rijvak om extra ruimte te voorzien voor wonen, wandelen, fietsen en verblijven.

  • We willen een mobiliteitssysteem waarbij iedereen de mogelijkheid heeft om zich te verplaatsen en zo actief deel te nemen aan de maatschappij. We zijn ervan overtuigd dat actieve verplaatsingen, die ook de goedkoopste zijn, het grootste deel van de nood aan verplaatsingen kunnen opvangen. Gemotoriseerde verplaatsingen vullen aan waar nodig, en we maken die gemakkelijk en goedkoop voor wie beperkte middelen heeft.

    1. Auto-onafhankelijkheid is de basis van het Gentse mobiliteitsbeleid. Mensen moeten zonder eigen auto overal kunnen geraken. Als we dat realiseren, voldoen we al voor een belangrijk deel aan de vervoersarmoedetoets.

    2. We bieden elke Gentenaar gemakkelijk toegang tot een mobiliteitsdienstverlening. Zowel autodelen als taxidiensten zijn algemeen aanwezig en gemakkelijk in te plannen. We werken (financiële en andere) drempels naar deze dienstverlening weg.

    3. We bouwen de fietsschool verder uit zodat iedereen die nog niet kan fietsen, binnen een redelijke termijn gratis fietslessen kan volgen in de buurt. Ook op school organiseren we fietslessen.

    4. We bouwen de werking van de fietstaxi's uit tot een doorlopend gebiedsdekkend aanbod.

    5. De Fietsambassade blijft het vlaggenschip voor de fietscultuur in Gent. Zij blijft pionieren op vlak van verhuur en herstellingen en verkent nieuwe rollen en dienstverleningen. Het sociale aspect is hierbij essentieel. In samenwerking met de privésector bekijkt de Fietsambassade welke formules anderen kunnen overnemen.

    6. Bedrijventerreinen horen op verschillende manieren bereikbaar te zijn, dus niet enkel met de auto. Een goede verankering in de fietsnetwerken is belangrijk, ook voor het havengebied. We zoeken samen met bedrijven naar oplossingen voor collectief woon-werkverkeer, zoals Max Mobiel verzorgde in de haven.

    7. We breiden het systeem van deelfietsen en bakfietsdelen uit met extra aandacht voor de deelgemeenten.

    8. Financiële tussenkomsten om verplaatsingen te garanderen voor mensen met beperkte mobiliteit, zoals de taxicheques en gunstige tarieven bij vervoer voor minder mobielen, blijven behouden en worden uitgebreid. Indien nodig ook naar nieuwe doelgroepen. We verhogen de zichtbaarheid en het gebruiksgemak van deze alternatieven.

  • De auto is een handig, comfortabel en praktisch vervoermiddel, en heeft zeker een plaats in ons mobiliteitssysteem. Niettemin: in de stad is de auto vaak niet het meest aangewezen vervoermiddel. Ook autobezit is veelal niet nodig, er zijn in Gent alternatieven genoeg. Het is belangrijk om de reële maatschappelijke kosten van auto’s in de stad duidelijk te maken en overeenkomstig te handelen, zodat andere vervoermiddelen meer naar waarde geschat worden.

    1. We voorzien een mobiliteitsbudget voor elke Gentenaar onder een bepaalde inkomensgrens. De Gentenaar kiest vervolgens zelf hoe ze dit budget besteedt: voor het gebruik van openbaar vervoer, voor het leasen of kopen van een fiets, of voor het betalen van een parkeervergunning (die niet meer gratis zal zijn).

    2. Autodelen is de meest logische vorm van autogebruik. Gent is dé autodeelstad in Vlaanderen en die positie versterken we nog. Zo vermindert de impact van en het aantal auto’s in de stad.

    3. We integreren de snelle evolutie op vlak van elektrisch autorijden in ons beleid. In eerste instantie faciliteren we het delen van elektrische auto’s door laadpalen voor te behouden voor deelwagens. We stellen een inplantingsplan voor  laadpalen voor. Een concentratie aan laadpalen op wel gedefinieerde plaatsen laat de netwerkbeheerders toe de nodige infrastructuur aan minimale kost te voorzien. We gaan op de rem staan met het plaatsen van laadpalen in de straat. De private sector ontwikkelt zich namelijk razendsnel en zal, net als bij fossiele brandstoffen, ook elektrische wagens voorzien van energie. De toekomst voor elektrisch laden in de stad is via snellaadpalen die niet meer op openbaar domein zullen staan. Private elektrische laadstations zullen op termijn de klassieke fossiele tankstations vervangen.

    4. We kiezen duidelijk voor meer voetpaden, fietspaden, openbaar vervoer, groen, verblijfsruimte en speelruimte. Het is geen taboe om parkeerplaatsen of (delen van) de openbare weg om te zetten naar deze broodnodige invullingen. Binnen de R40 kan bovengronds parkeren enkel nog voor bewoners. De bezoeker met de auto kan terecht op een goed uitgeruste park-and-ride of in een ondergrondse parking.

    5. De parkeerdruk in Gent is op zondag even hoog als op andere dagen. Dat is logisch gezien allerlei nieuwe evoluties in onze maatschappij. Om de bewoners van de binnenstad kwaliteit en rust te gunnen, schakelen we het parkeerregime op zondag gelijk met dat van andere weekdagen. Zo stimuleren we het gebruik van het gratis openbaar vervoer op zondag.

    6. Het project rond de fly-over B401 krijgt een vernieuwde start met als belangrijkste doelstelling de leefkwaliteit van de omgeving te verbeteren. De invalsweg naar de binnenstad wordt gedeeltelijk afgebroken en krijgt een andere functie. Het project rond de E17 is een kans om de brokkelbrug en de lawaaihinder aan te pakken, aantrekkelijk nieuw openbaar domein te creëren en barrières weg te werken.

    7. We pleiten bij de Vlaamse overheid om in de omgeving van de snelwegen door stedelijk gebied (R4, E17, E40) in te zetten op de maatregelen die de geluidshinder beperken (bv. Aanpassen maximumsnelheid).

    8. We werken de huidige methodiek verder uit om in woonwijken het doorgaand verkeer te beperken en de verkeersveiligheid te verhogen. Samen met bewoners gaan we op zoek naar het juiste tempo en de juiste prioriteiten om ingrijpende veranderingen wijk per wijk door te voeren. Hiermee zullen we de tendens naar juridisering in onze maatschappij niet kunnen stoppen maar we vinden het als Groen Gent belangrijk te blijven luisteren naar bewoners die vragende partij zijn voor dergelijke ingrepen in hun wijk. 

    9. We schaffen de resterende dienstwagens van de schepenen af. Schepenen maken de modal shift: te voet/te fiets waar mogelijk, autodelen indien nodig.

    10. Aan de rand van de stad creëren we parkeerplaatsen voor vrachtwagens met faciliteiten voor vrachtwagenbestuurders.