Hoofdstuk 25

Onze stadsorganisatie gebeurt op een sociaal rechtvaardige, duurzame en financieel verantwoorde manier. De stad en de Stad zijn immers in de eerste plaats van de Gentenaar en onze interne keuken moet dat tonen.

De stedelijke dienstverlening staat daarbij, ook letterlijk, vooraan. Nabijheid is cruciaal. De dienstverlening en andere zorg voor de burger zijn met elkaar verbonden. Ons personeel vormt de ruggengraat van deze dienstverlening en de rest van onze organisatie. Wij staan dan ook voor een sociaal gericht, performant en bovenal menselijk personeelsbeleid waarin iedereen kansen krijgt.

Onze stedelijke organisatie is onlosmakelijk verbonden met onze gebouwen, gronden en aankopen. Deze fungeren als hefboom om ons duurzaam, ethisch en sociaal beleid te versterken.

Onze ambities reiken ver, niet alleen voor onze interne organisatie, maar voor heel Stad Gent. We realiseren onze ambities met een budget in evenwicht. Een robuust financieel beleid vermijdt dat de factuur wordt doorgeschoven naar de volgende generaties. We moeten dus transparante keuzes maken over hoe we onze middelen willen besteden. Daarbij is ons uitgangspunt dat we zelf blijven instaan voor de stedelijke zorg- en dienstverlening.

Dienstverlenende stadsorganisatie

  • Het verduurzamen van ons stedelijke patrimonium en aankoopbeleid heeft, naast een voorbeeldfunctie, door de grootte van onze organisatie ook een reële impact. Ons patrimonium is echter verouderd. Heel wat gebouwen zijn toe aan een grondige renovatie. We leggen de focus dan ook op de inhaalbeweging in onderhoud en het moderniseren van bestaande gebouwen - binnen de budgettaire mogelijkheden. De focus op renovatie zorgt ook voor minder energie- en onderhoudskosten. Tot slot helpt vastgoed ons ook om het beleid verder vorm te geven. We willen een duidelijke vastgoedstrategie waarbij de beschikbare vastgoedmiddelen ons helpen om maatschappelijke doelstellingen te realiseren. Uiteraard is fysieke toegankelijkheid van onze gebouwen een vanzelfsprekendheid.

    Onze aankopen spelen een belangrijke rol in de verdere verduurzaming en versterking van de lokale economie. We bedoelen hierbij duurzaamheid in de brede zin. We vermijden een negatieve impact op klimaat, milieu en mensen. Mens- en arbeidsrechten moeten gegarandeerd zijn doorheen de hele keten.

    1. We verwarmen onze stadsgebouwen in de toekomst aardgasvrij. We versnellen onze bestaande strategie voor bestaande gebouwen en zijn ambitieuzer in onze nieuwbouw.

    2. Klimaatresponsief bouwen is de standaard. Zo minimaliseren we tegelijkertijd de impact op het klimaat van onze gebouwen.

    3. De Stad zelf haalt 100% van haar elektriciteitsverbruik uit zonnepanelen en windturbines op eigen gronden. Naast nieuwe zonnepanelen op eigen daken, maken we ook gebruik van stroomafnameovereenkomsten, naar het voorbeeld van de grote coöperatieve installatie (Beauvent) in de haven.

    4. We benutten het potentieel aan lokale energieproductie op stadsgronden en stadsgebouwen ten volle. We laten de Gentenaar en andere stadsorganisaties mee profiteren van onze duurzame energieproductie.

    5. We geven de natuur meer kansen in de bebouwde omgeving. In de eigen stadsgebouwen bieden we dieren en planten meer plaats via de principes van natuurinclusief bouwen.

    6. Ruimte is schaars in Gent, ook voor de verschillende (middenveld)organisaties die Gent rijk is. We blijven het patrimonium inzetten om externe partners te ondersteunen die een sociaal en inclusief Gent helpen realiseren. We streven daarbij maximaal naar gedeeld ruimtegebruik.

    7. We houden onze gebouwen en gronden zoveel mogelijk in eigen handen. Verkoop aan Thuispunt voor de ontwikkeling van sociaal wonen vormt hierop een duidelijke uitzondering.

    8. We passen het principe ‘ontwerpen voor iedereen’ ook toe op onze gebouwen, zodat ze voor iedereen fysiek toegankelijk zijn.

    9. We gebruiken de kennis van de Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap reeds in de ontwerptrajecten van de (ver)bouwprojecten.

    10. Gent breidt het duurzame, sociale en lokale aankoopbeleid uit. We maken hierbij ook de link naar de lokale economie. Onze recente Israëlclausule toont dat het respect voor mensenrechten voor ons een absolute garantie moet zijn.

    11. De meest duurzame aankoop is geen aankoop. Zo houden we ons budget beheersbaar. We gaan voluit voor hergebruik, recycleren en herstel.

    12. In navolging van de volksraadpleging over wonen en privatiseren van openbare gebouwen wordt verder werk gemaakt van publieke, sociale en culturele invullingen. Een herbestemming in de richting van commerciële invulling is de laatste stap.

  • Het personeel van de Stad maakt onze organisatie en dienstverlening. Hun glimlach aan de balie stelt de Gentenaren gerust, hun betrokkenheid zorgt voor een correcte afhandeling van hun dossiers. Een sterke stadsadministratie impliceert dat onze stadsorganisatie overeenstemt met de hoge dienstverleningsambitie. We durven dit kritisch te bekijken: hebben we voldoende mensen die in eerste lijn diensten verlenen, en hoe verhoudt zich dat met het aantal managementniveaus? Het mentale welzijn van onze medewerkers is hierbij onze dagelijkse zorg. Het impliceert bovenal zorg dragen voor ons personeel en een voorbeeldrol innemen als werkgever, met extra aandacht voor uitval, burn-out en vrijwillig ontslag. Sociale partners en andere belangenbehartigers (zoals de personeelsnetwerken) bieden een essentieel klankbord en partner in de uitbouw van verbetering van ons personeelsbeleid. Samen werken we aan een beter en socialer personeelsbeleid.

    Stad Gent stelt via externe organisaties onrechtstreeks ook mensen tewerk die geen werknemer zijn van onze organisatie. Ook voor deze mensen willen we zorg dragen, of ze nu een personeelsnummer van Stad Gent hebben of niet. Waardig werk en het respecteren van arbeidsvoorwaarden staan voorop.

    1. We breiden de rechtspositieregeling uit met een aantal cruciale elementen: het recht op deconnecteren, deeltijds werken, tijdsonafhankelijk werken. We onderhandelen met de vakbond om deze in de nieuwe rechtspositieregeling te kunnen garanderen.

    2. We voeren een leeftijds- en levensfase bewust personeelsbeleid. De medewerkers die we aantrekken willen we zo lang mogelijk houden, laten doorgroeien en kansen bieden en hun talenten verder te ontwikkelen.

    3. Leidinggevenden nemen een coachende rol aan binnen hun team en creëren een veilige omgeving voor ons stadspersoneel.

    4. We voorzien een stilteruimte in ieder groot stadsgebouw waar medewerkers vrij van prikkels kunnen ontspannen, mediteren, rusten, bidden….

    5. We screenen ons personeelsbeleid en weren alle maatregelen die de loonkloof in stand houden.

    6. We maken van 8 mei een betaalde feestdag.

    7. We onderzoeken of het poetspersoneel van onze stadsgebouwen, scholen en publiek sanitair opgenomen kan worden in de stadsorganisatie.

    8. Wanneer we een beroep doen op externe arbeid, is niet de prijs doorslaggevend, maar menselijkheid en waardig werk. Via strenge selectie en sociale clausules in onze raamcontracten streven we goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden na voor extern personeel.

  • Wij willen verder inzetten op een inclusieve werkplek waarin iedereen zich thuis voelt en kansen krijgt. Er zijn grote stappen gezet om een meer diverse, inclusieve administratie te worden, maar de evolutie gaat te traag, vooral voor de leidinggevende functies.

    1. Personeelsnetwerken ondersteunen onze medewerkers. Zij zijn, samen met de vakbond, ons eerste klankbord voor ons personeelsbeleid.

    2. We zetten in op een meer diverse instroom van nieuwe medewerkers, om zo te komen tot een afspiegeling van de samenleving op allé niveaus. Traditionele aanwervingsprocedures vormen daarbij drempels voor sommige groepen in onze samenleving. We experimenteren verder met ons aanwervingsbeleid. Waar Vlaamse wetgeving dit toelaat, zetten we grotere stappen. Open hiring is hierbij een specifiek concept dat we willen verderzetten, zodat we divers talent ook vast kunnen aanwerven.

    3. Personeelsleden dragen hun werk mee naar huis, maar het huis ook vaak mee naar het werk. We maken niet alleen ruimte om zaken die soms nog taboe zijn bespreekbaar te maken, maar werken ook een beleid uit. We werken aan een menopauzebeleid, borstvoedingsbeleid en een transgendervriendelijke werkomgeving.

    4. Er is genderinclusief sanitair voor personeel in ieder stadsgebouw.

    5. Vergaderzalen zijn toegankelijk voor medewerkers met een beperking.

    6. Iedere medewerker met een arbeidsbeperking krijgt een integratieplan met afspraken rond redelijke aanpassingen die nodig zijn om de job goed te doen.

    7. Studentenjobs zijn een belangrijk secundair aanwervingskanaal. Een goede eerste ervaring kan studenten aanzetten om na hun studies bij Stad Gent te solliciteren. We blijven daarom hierop inzetten en behouden een aantal plaatsen voor zodat ook studenten zonder/met een kleiner netwerk bij ons kunnen starten.

  • We zetten in op toegankelijke dienstverlening dichtbij de burger. De stedelijke buurtvoorzieningen spelen een belangrijke rol in het toegankelijk maken van dienstverlening. Ze vormen een netwerk met andere lokale initiatieven: (lokale) dienstencentra, wijkregisseurs, buurthuizen en diverse buurtinitiatieven van onderuit. De stedelijke buurtvoorzieningen vormen een integraal onderdeel van het sociale weefsel in de wijk.

    Innovatieve digitale oplossingen kunnen de dienstverlening efficiënter, toegankelijker en gebruiksvriendelijker maken voor inwoners. Een aanzienlijk deel van de Gentenaren is echter digitaal kwetsbaar, waardoor digitalisering ongelijkheid ook net kan vergroten. Digitalisering van de diensten mag nooit de warme, ondersteunende babbel met de persoon achter de balie vervangen. De mogelijkheid om de dienst te bereiken via fysiek of telefonisch contact blijft voorzien.

    1. In elke wijk moet een centrale plek komen waar dienstverlening elkaar vindt. Dit kan in een bestaand gebouw (bv. lokale dienstencentra of buurtcentrum). Bij nieuwbouw worden verschillende functies samengebracht.

    2. Dienstverlening blijft betaalbaar. Retributies worden laag gehouden voor Gentenaren en zijn kind- en jongerenvriendelijk opgebouwd. Sociale kortingen blijven een essentieel onderdeel van de dienstverlening.

    3. We zetten in op eenduidige, transparante dienstverlening, waarbij burgers en organisaties zich zo weinig mogelijk tussen verschillende diensten moeten bewegen en het duidelijk is waar jouw aanvraag zich in proces bevindt. Door een versterkte samenwerking tussen diensten, verdwijnt ook het gevoel dat tegenstrijdige adviezen worden gegeven.

    4. Bureaucratisch taalgebruik en vakjargon verhogen de drempel voor het gebruik van diensten. Alle communicatie wordt voor publicatie gescreend op inclusieve en klare taal.

    5. We behouden Gentinfo als sterk eerstelijns infopunt. Gentenaren die met vragen of klachten zitten, worden daar vlot geholpen of doorverwezen. We versterken de rol van de ombudsdienst. De ombudspersoon en team is een constructieve partner in het verbeteren van onze dienstverlening. Toch weten niet alle Gentenaren de ombudsdienst te vinden. Om dit te verbeteren, zullen we de ombudsdienst meer bekendheid geven.

    6. We versterken e-inclusieprojecten en dragen zorg voor de minder digitaal betrokken Gentenaren.

    7. We blijven inzetten op de digipunten waar onze Gentenaren terecht kunnen met vragen of hulp bij digitale zaken.

    8. Digitalisering wordt ingezet om de administratieve overlast te verminderen en biedt de mogelijkheid om proactief onze Gentse dienstverlening in te zetten. Dit telkens met de nodige zorg voor persoonlijke data en privacy.

    9. We monitoren de impact van de digitale dienstverlening op sociale cohesie en het gevoel van betrokkenheid bij de digitaal kwetsbaren.

    10. We betrekken burgers bij het ontwikkelen van digitale diensten waar dit zinvol en relevant is, dit volgens het recente voorbeeld van Dienst Migratie die burgers betrok bij het toegankelijk maken van hun digitale dienstverlening.

  • Met de toenemende digitalisering als drijfkracht, wordt de Stad steeds meer gevoed door grote datastromen. Met de toenemende mogelijkheden stijgt de behoefte aan overzicht, duidelijkheid en transparantie. Burgers en personeelsleden hebben het recht om te weten wat met hun data gebeurt. Om de nodige transparantie te kunnen bieden, moet de Stad zelf voldoende zicht hebben op de data. Gegevensbeheer is namelijk niet alleen een kwestie van efficiëntie, maar vooral van ethiek en verantwoordelijkheid.

    Daarnaast is het inzetten op digitale veiligheid van groot belang. We moeten hier financiële ruimte voor vrijmaken.Geslaagde cyberaanvallen betekenen immers niet alleen een gevaar voor persoons- en Stadsdata, maar kan ook de efficiëntie van de stadsdiensten sterk belemmeren.

    1. Data en ICT is méér dan technologie alleen. Naast technologische mogelijkheden nemen wij ook de juridische kaders en ethische overwegingen mee in de discussie. We organiseren een maatschappelijk debat om tot gedragen ethische overwegingen te komen voor de digitalisering van het stadsbeleid.

    2. Waar mogelijk stellen we open data zoveel mogelijk publiek beschikbaar volgens de Vlaamse OSLO standaarden, indien nodig versterken we dit Vlaams initiatief met Gentse inzichten.

    3. Bij de aankoop van digitale toepassingen en databanken streven we ernaar om in te zetten op toepassingen die gebruik maken van open standaarden en oplossingen die eenvoudig uitwisseling mogelijk maken. We passen de bestekken hierop aan.

    4. We bouwen verder aan een federatief datastelsel binnen de Stad. Dit wil zeggen dat we de primaire bronnen decentraal bij de bronhouders opslaan en beheren, maar een overkoepelende metadata-laag uitbouwen die hergebruik – mits afspraken - bevordert. Het is immers onwenselijk en onhaalbaar om alle databronnen centraal samen te brengen op één opslaglocatie. Het zou veel werk vragen en verantwoordelijkheid weghalen bij lokale bronhouders die daar juist het beste voor geplaatst zijn.

    5. We leren van elkaar: We onderzoeken de mogelijkheden van nieuwe identity management systemen die ook door andere overheden gebruikt worden, om onze burgerplatformen verder te ontsluiten. We waken echter over de privacy en veiligheid van dergelijke systemen, en het gebruiksgemak. Het kan niet de bedoeling zijn om nog een extra burgerprofiel te maken.

    6. We onderzoeken verder hoe we data kunnen inzetten in een beleid van proactieve dienstverlening. Zo krijgt iedere Gentenaar waar ie recht op heeft.

    7. Digitale veiligheid van jouw en de stad haar data is prioritair. We maken ruimte vrij voor beveiliging van zowel de systemen als de data erin.

    8. We zetten in op vorming en sensibilisering van stadspersoneel rond gebruik van persoonsgegevens, privacy, phishing etc.

  • Het financiële beleid moet in al zijn aspecten gestoeld zijn op duurzame en ethische principes. Dat betekent onder meer dat we onze zorg- en dienstverlening niet privatiseren. De middelen zijn niet onbeperkt; om een structureel financieel evenwicht te bewaren, kiezen we welke doelstellingen we extra financieel steunen. We willen de middelen inzetten waar de noden het hoogst zijn. Dat betekent dat we ons bij elke uitgave afvragen of die bijdraagt aan de beleidsdoelstellingen. We zorgen ervoor dat het financieel meerjarenplan dit duidelijk en transparant weergeeft zodat de leesbaarheid en controleerbaarheid van de lokale financiën verhoogt.

    Gent speelt bovendien een belangrijke rol in het socio-economisch weefsel in Vlaanderen. We leveren diensten aan het hele hinterland op vlak van onder meer onderwijs, zorg en werk. Dat noopt ons tot extra investeringen om die functies goed te kunnen invullen. We verwachten daarvoor de correcte financiële vertaling vanuit de hogere overheden.

    1. Inkomsten en retributies in Gent ondersteunen zoveel mogelijk de beleidskeuzes voor een duurzame en sociale klimaattransitie. Voldoende flankerende sociale maatregelen blijven daarbij noodzakelijk.

    2. We hebben voor onze beleggingen en pensioenfondsen een ambitieus duurzaamheidskader. We trekken de lijn door naar alle geledingen van de Groep Gent. In de toekomst beoordelen we ook financiële instellingen in hun geheel op duurzaamheid.

    3. We zetten de vergroening van de bedrijfsbelasting door. We verhogen het sturende karakter van de bedrijfsbelasting en onderzoeken hoe we bedrijven kunnen stimuleren om grote oppervlaktes verharding aan te pakken en te voorzien van bomen, natuur of zonnepanelen. We maken het aandeel van de energiecomponent nog meer sturend.

    4. We zetten een biodiversiteitsfonds op in samenwerking met het middenveld, banken en bedrijven.

    5. We introduceren, net als andere Europese steden, het principe van green budgeting. We identificeren hiermee de milieu-impact van ons beleid. Dit helpt om prioritaire sectoren en projecten te benoemen. Het vormt de basis voor een langetermijninvesteringsplan.

    6. We streven ernaar om de helft van de grote investeringsbudgetten op te halen via green bonds (met financiële participatiemogelijkheid voor burgers) of green loans. Om deze groene financiering te bekomen stellen we een groen investeringskader op.

    7. We verwachten van de hogere overheden dat ze de centrumfunctie van Gent erkennen via het principe van de basisfinanciering (Gemeentefonds) en via de sectorale financiering. De hervorming van het Gemeentefonds mag niet in het nadeel zijn van Gent.

    8. Bij het doorschuiven van taken van hogere naar lokale overheden verwachten we dat de nodige middelen telkens mee schuiven.

    9. We maken werk van een verder doorgedreven, transparante, verstaanbare rapportering zodat het begrip van onze lokale financiën groter wordt.

    10. We vragen aan de Vlaamse overheid om het Vlaamse subsidieregister te koppelen aan onze Gentse subsidiedatabank. Dat is noodzakelijk voor het creëren van een transparant totaalbeeld over de subsidies die de Stad verleent.

    11. Elke beleidsnota bevat kwantificeerbare doelen die aangeven welke impact men nastreeft voor een specifiek punt binnen de bevoegdheid.

    12. Het college van burgemeester en schepenen neemt het voortouw. Zo gaat het college voluit voor deelmobiliteit, persoonlijke dienstwagens worden afgeschaft.

  • Groen wil dat wie werkt of onderneemt meer overhoudt na het bijdragen van belastingen. Dat kan als we vermogens correcter belasten. De belasting op het bezitten van een woning, grond of gebouw vormt zo’n vermogensbelasting. Het systeem van het kadastraal inkomen is echter totaal achterhaald en dringend aan herziening toe.

    1. Omdat de federale overheid sinds 1975 de kadastrale inkomens (KI) niet herwaardeert, lopen de lokale besturen inkomsten mis. Het creëert ook ongelijkheid tussen eigenaars van woningen, want na een grondige verbouwing volgt vaak wel een actualisatie van het KI. We updaten het KI zodat het overeenstemt met de staat van het goed.

    2. We onderzoeken de wenselijkheid om binnen het Gentse grondgebied de opcentiemen te differentiëren. Wie een bescheiden woning bezit, betaalt zo minder onroerende voorheffing dan vandaag.

    3. We vragen aan de volgende federale regering om versneld werk te maken van een meer omvattend vermogenskadaster. Zo kan een vermogensrendementsheffing de huidige vermogensbelastingen vervangen.

    4. Leegstand en onbebouwde percelen zijn een doorn in het oog van veel Gentenaren. We zijn voorstander van een doortastende leegstandsheffing en willen deze nog beter inzetten. Daarnaast willen we een vrijstelling voor percelen waarbij bebouwing niet langer gewenst is, weliswaar onder voorwaarden (afstand van bebouwingsmogelijkheid en geen intensief maaibeheer).

    5. In stad Gent zijn er allerhande onbekende taksen, die gaan over kleine bedragen en meer administratieve lasten opleveren dan inkomsten. We rationaliseren de verschillende heffingen en taksen. We vervangen deze door uniforme belastingen.